De kerk is een éénbeukig laatgotisch gebouw dat dateert uit 1506. Het is een imposant kerkgebouw. De gevels bevatten waterlijsten van natuursteen. Het dak is gedekt met zwartgeglazuurde Hollandse pannen. Een laatgotische kerk, maar dan zonder frivool maaswerk in de ramen: geen veelpassen of visblazen. Voltooid in 1506 als een rechthoekige zaalkerk. Binnen is de kerk interessant met een preekstoel in 1625 gemaakt door Johan Berentz in renaissancestijl, het orgel uit 1862 gebouwd door Petrus van Oeckelen, de kast geschilderd in mahonie-imitatie en de gebeeldhouwde grafstenen. De kerk was dankzij de hogere ligging, tijdens de Sint-Maartensvloed van 1668 toevluchtoord voor een klein aantal mensen. In 1783 blijkt de stenen overwelving op instorten te staan. Deze wordt vervangen door een houten tongewelf. Een vrijstaande toren completeert het geheel in 1806.
Als gevolg van de restauratie van 1961 is het interieur ingrijpend veranderd, nauwelijks iets doet herinneren aan oude kerkinterieur.
(meer geschiedenis in PDF)