DS. ADER
DS. ADER
Indrukwekkend zijn de brieven, die Ader vanuit de gevangenis schreef aan zijn jonge gezin en de gedichten, zoals:
't Is niet om mij dat ik die muren uit wil duwen,
Naar ruimte hijg en schreeuw om recht!
'k Weet mij verward in een onmeedogend kluwen
En ken het deel dat mij zal worden toegelegd.
't Is niet om mij: 'k heb fel en taai gestreden,
Bij dag noch nacht begeerd naar rust;
'k Heb in het lijden der gedoemden meegeleden.
En vaar nu heen naar verre, lichte kust.
Maar 'k moet nog zoveel diepe dingen zeggen
Aan haar die altijd op mij wacht;
Ik moet een kindje in zijn bedje leggen
En kussen het een zacht goe-nacht!
Dominee Ader rust op ereveld Loenen (Vak E, Grafnummer 52).
|